4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- / kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, verenigingsleven, zorg en welzijn;
speel-, spel- en daarmee vergelijkbare sportvoorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen in clubverband;
ter plaatse van de aanduiding ?wonen? tevens wonen;
ter plaatse van de aanduiding ?begraafplaats?, uitsluitend een begraafplaats;
ter plaatse van de aanduiding ?religie?, uitsluitend religieuze voorzieningen;
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
hoofd- en bijgebouwen;
bouwwerken ten behoeve van speel-, spel- en daarmee vergelijkbare sportvoorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen in clubverband;
bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Hoofd- en bijgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
ter plaatse van de gronden met de aanduiding "plat dak" zijn uitsluitend gebouwen met een plat dak toegestaan;
ter plaatse van de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-gebouwen uitgesloten" zijn geen gebouwen toegestaan, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van speel-, spel- en daarmee vergelijkbare sportvoorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen in clubverband en bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;
het maximale oppervlak aan gebouwen en overkappingen mag per bouwperceel, buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet meer bedragen dan 60%, tenzij anders is aangegeven;
de goot- en/ of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen:
goothoogte zie aangegeven goothoogte; bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte en anders 4.00 m hoger dan de toegestane goothoogte;
de goot- en/of bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste bedragen:
goothoogte 3 m tenzij op de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven;bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5.00 m tenzij op de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven.
4.2.3 Bouwwerken ten behoeve van speel-, spel- en daarmee vergelijkbare sportvoorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen in clubverband
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van speel-, spel- en daarmee vergelijkbare sportvoorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen in clubverband gelden de volgende regels:
de oppervlakte van een bouwwerk mag niet meer bedragen dan 25 m2;
de bouwhoogte van bouwwerken mag ten hoogste 5 m bedragen.
4.2.4 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut de volgende regels:
de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.
4.2.5 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
erfafscheidingen 2.00 m; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3.00 m.
4.3 Onthefffing van de bouwregels
4.3.1 Hoogte
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.2.5 onder a.2 voor het oprichten van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter.
4.3.2 Omvang van de hoofdgebouwen en bijgebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2:
teneinde de maximumdiepte van hoofdgebouwen te verruimen met ten hoogste 3.00 m;
onder d teneinde de maximum gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan bijgebouwen en overkappingen op gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak te verhogen tot ten hoogste 75%;
met dien verstande dat:
daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad;
daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.3.3 Belangenprocedure bij specifieke ontheffingsregels
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 15 in acht te worden genomen.