vastgesteld |
Het opstellen van een strategisch beleidsplan op het gebied van milieu en op het gebied van water is een verplichting uit de Wet Milieubeheer en uit de Waterwet.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de (overige) wettelijke taken van de provincie op het terrein van milieu en water. Wij zetten in op een zorgvuldige uitvoering van onze wettelijke taken. Voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) binnen het omgevingsrecht besteden we de uitvoering van taken uit aan de drie Brabantse omgevingsdiensten.
wettelijk kader | besluit | (belangrijkste) rol provincie | omschrijving |
Wet milieubeheer, de Arbeidsomstandighedenwet, de Brandweerwet 1985 en de Wet rampen en zware ongevallen, alsmede Richtlijn nr. 96/82/EG van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PbEG L 10) | Besluit risico's zware ongevallen 1999 | vergunningverlening | Normen vastgelegd in deze besluiten hebben betrekking op externe veiligheid. Worden toegepast bij vergunningverlening o.g.v. de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) |
Vuurwerkbesluit | |||
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Wet milieubeheer Wet ruimtelijke ordening |
Besluit externe veiligheid inrichtingen | Milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer | |
Wet milieubeheer | Registratiebesluit externe veiligheid | Uitvoerder registratieplicht | Dit besluit bevat voorschriften ten aanzien van de aanwijzing van risicovolle situaties, de inrichting van het register voor risicovolle situaties, de inhoud van de te verstrekken gegevens over de externe veiligheid en de termijnen voor het melden van deze gegevens aan dit register. |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet ruimtelijke ordening Wet veiligheidsregio's |
Besluit externe veiligheid transportroutes | Dit besluit bevat de uitwerking van de ruimtelijke component van het basisnet. Doel van dit besluit is o.a. het waarborgen van een basisbeschermingsniveau door te voorkomen dat bij ruimtelijke ontwikkelingen mensen worden blootgesteld aan een hoger risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen dan maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. | |
Wet milieubeheer | Besluit externe veiligheid buisleidingen | Dit besluit regelt de externe veiligheid van buisleidingen en het borgen van die veiligheid in plannen voor de ruimtelijke ordening. Ook worden regels gesteld om de integriteit van de buisleiding te waarborgen | |
Kaderstellende nota Handhavingskoers 2013-2016 | handhaving | Handhaving van regels bij risicovolle inrichtingen. Deze taak is ondergebracht bij de omgevingsdiensten in Noord-Brabant. Frequentie afhankelijk van product 'kans op overtreding x effect van overtreding'. | |
Verdrag van Helsinki | Verplichting tot internationaal informatie uitwisselen over risicovolle bedrijven waarvoor de provincie het bevoegd gezag is en die bij een ongeval of ramp effecten kunnen veroorzaken die de landsgrens overschrijden. | ||
Wet milieubeheer | Besluit Milieueffectrapportage | uitvoeren m.e.r.-procedure | Het milieubelang betrekken in de besluitvorming bij initiatieven die op grond van het Besluit Milieueffectrapportage m.e.r.-plichtig zijn. |
Wet Geluidhinder | ontheffingverlening | Afhandeling van verzoeken voor de vaststelling van hogere waarden bij reconstructie en aanleg van wegen | |
monitoring | Zonebeheer Industrieterrein Moerdijk en toetsing van milieuaanvragen op inpasbaarheid | ||
toetsing aan normering | advisering bij projecten op naleving wettelijke en beleidsmatige normering | ||
Provinciale Milieuverordening | Aanwijzing en ontheffingverlening stiltegebieden en vaststellen beleid | ||
Wet ruimtelijke ordening (Wro) | Ruimtelijke plannen (inpassingsplannen) | bescherming | Bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening houden met de normen die gelden voor risicovolle inrichtingen en het vervoer van gevaarlijke stoffen, voor zover deze normen betrekking hebben op ruimtelijke onderwerpen. |
Wet vervoer Gevaarlijke Stoffen (Wet basisnet) | Aanwijzen van daarvoor bestemde wegen en weggedeeltes | ||
Wet veiligheidsregio's | Regeling provinciale risicokaart | Uitvoerder vormgeving risicokaart | De onderhavige regeling geeft regels over: – de categorieën rampen en zware ongevallen, waarvan de risico's op de risicokaart dienen te worden vermeld; – de productie, het beheer en de vormgeving van de risicokaart; – de wijze waarop en de tijdstippen waarop de benodigde gegevens dienen te worden aangeleverd en – de toegankelijkheid van de risicokaart. |
Wet veiligheidsregio's | beheerder | Verantwoordelijk voor de productie en het beheer van de provinciale risicokaart. Faciliteren om gegevens die zijn ingevoerd in de databases beschikbaar, zichtbaar en actueel te maken via internet. De risicokaart is een informatiebron voor burgers over de risico's in hun woon- en leefomgeving. Daarnaast gebruiken diverse overheidsinstanties de risicokaart bij (ruimtelijke) planvorming, pro-actie, preventie, preparatie, vergunningverlening en handhaving. | |
Wet revitalisering generiek toezicht | toezichthouder | Richting gemeenten en waterschappen. Van interbestuurlijk toezicht is het uitgangspunt vertrouwen in de gemeentelijke en waterschappelijke taakuitoefening. In het kader van interbestuurlijk toezicht (IBT) verzamelt en registreert de provincie informatie over de vraag of een handeling/zaak voldoet aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. Ingrijpen kan via de instrumenten uit de Wet revitalisering generiek toezicht. Voor Brabant is de ambitie voor het IBT vastgelegd in het Beleidsplan 2013-2015 IBT. | |
Wet luchtvaart | Besluit Burgerluchthavens | Normen en regels voor geluid en externe veiligheid. Voor burgerluchthavens van regionale betekenis is de provincie bevoegd gezag voor het opstellen van het luchthavenbesluit. D.w.z. nemen van luchthavenregelingen en verlenen van ontheffingen (voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein niet zijnde een luchthaven voor het opstijgen en landen van daartoe aangewezen luchtvaartuigen; ook wel TUG-ontheffingen genoemd). | |
Voor militaire luchthavens is er een wettelijke verplichting (artikel 10.25 Wet luchtvaart) om deel te nemen in een commissie van overleg en voorlichting milieu rond een militaire luchthaven. En adviesrecht bij door het Rijk opgestelde,luchthavenbesluiten voor militaire luchthavens | |||
Wet milieubeheer | vergunningverlening | Normering voor de luchtkwaliteit. De provincie werkt mee aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) via het Brabants programma voor Luchtkwaliteit. Voor normering van geur bij industriële inrichtingen hanteert de provincie haar beleidsregel bij vergunningverlening (Wabo). | |
Monitoring luchtkwaliteit | |||
Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) | vergunningverlening | Normering voor geur. | |
Wet milieubeheer | verantwoordelijk voor de nazorg (beheerder) | Gesloten Stortplaatsen die nog in gebruik waren na 1 september 1996. | |
Provinciale MilieuVerordening | ontheffingverlener en handhaving hergebruik | Hergebruik gesloten Stortplaatsen die nog in gebruik waren na 1 september 1996. | |
Provinciale MilieuVerordening | ontheffingverlener en handhaving hergebruik | Hergebruik voormalige Stortplaatsen voor het laatst in gebruik voor 1 september 1996. | |
Wet bodembescherming | Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 | vergunningverlening/ handhaving |
Historische (vóór 1 januari 1987 veroorzaakte) gevallen van ernstige bodemverontreiniging en met zodanige risico's voor mens, plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. |
Besluit Financiële bepalingen bodemsanering 2005 | besluiten in het kader van draagkracht, Bedrijvenregeling en cofinanciering | Realisering van saneringen in eigen beheer van historische gevallen van ernstige bodemverontreiniging, met zodanige risico's voor mens, plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. | |
uitvoering sanering en beheer | Historische gevallen van verontreiniging, met zodanige risico's voor mens, plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is en waarvoor geen verantwoordelijke partij is aan te wijzen (de artikel 48 vangnetgevallen). | ||
Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 | aanwijzing gebied/vaststellen plan/gebiedsbeheerder | De besluitvorming door GS vloeit voort uit de bepalingen over gebiedsgericht grondwaterbeheer (GGB; artikel 55c en volgende). Ook het convenant bevat afspraken over GGB. | |
Duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van de ondergrond en kennisopbouw en -behoud daarvan, aanpak 'spoedlocaties', GGB. | |||
Aanpak verontreinigde regionale waterbodems, diffuse bodemverontreiniging en nieuwe bedreigingen; nazorg en monitoring en voormalige stortplaatsen. | |||
uitvoeren maatregelen | Vanuit de zorgplicht bepaling (artikel13 Wbb) kan het voorkomen dat de provincie acties moet ondernemen ter voorkoming/beperking van verontreiniging indien niemand anders acties onderneemt. | ||
uitvoeren maatregelen | Uit de bepaling voor ongewone voorvallen (artikel 30 Wbb) vloeit voort dat GS indien nodig de noodzakelijke maatregelen moeten nemen ter voorkoming/beperking van verontreiniging en daartoe ook bevelen kan nemen. | ||
Mijnbouwwet (en in toekomst ook Wabo) | Aanpassing Mijnbouwwet | adviesrecht | Adviesrecht provincie in het kader van opsporing en winning van delfstoffen. |
Kaderrichtlijn Water | Algemeen: doelstelling om de chemische, kwantitatieve en ecologische kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te verbeteren en waarborgen. | ||
uitvoeren maatregelen | Uitvoeren (grondwater)maatregelen die zijn opgenomen in de Stroomgebiedsbeheerplannen van het rijk, gericht op verbetering toestand van waterlopen en grondwater. | ||
stimuleren, kennis delen | |||
vastlegging doelen | De provincie is wettelijk verplicht om voor oppervlaktewateren in het kader van de KRW een aantal zaken vast te leggen: doelen voor ecologie en biologie ondersteunende parameters (onder meer nutriënten); type (bijvoorbeeld snelstromende bovenloop); status (natuurlijk of sterk veranderd); ligging. | ||
BKMW | monitoring | Verplichting om de voor rapportages aan de EU benodigde grondwater gerelateerde gegevens te verzamelen | |
Waterwet | zorgplicht | Bescherming van grondwater voor menselijke consumptie (instrument: beschermingszones rondom drinkwaterwinlocaties). | |
Wet milieubeheer | Provinciale Milieuverordening | Aanwijzing grondwaterbeschermingsgebieden. | |
vergunning- en ontheffingverlening/toezicht en handhaving | Grondwaterregelgeving uit PMV (uitgevoerd door omgevingsdiensten). | ||
zorgplicht | Strategisch grondwaterbeheer; bescherming kwaliteit van diep grondwater. | ||
Provinciale Grondwaterheffingsverordening | innen grondwaterheffing | Voeren van adequaat vergunningen- en onttrekkingenregister. | |
Goedkeuring en coördinatie | Projectplannen van waterschappen voor verbetering van primaire waterkeringen goedkeuren. Coördinatie van besluitvormingsprocedures. | ||
aanwijzen en normeren | Regionale waterkeringen. | ||
Deltaprogramma rivieren | Dijkverbetering/rivierverruiming; uitwerken voorkeursstrategieën. | ||
Richtlijn Overstroming Risico's | initiator | Verdringingsreeks opstellen. | |
beheerder | Provinciale risicokaart. | ||
aanwijzen | Toekennen (ruimtelijke) functies zoals zwemwater, waternatuur, vaarwegen. | ||
aanwijzen | Aanwijzen zwemlocaties. | ||
WHVBZ | toezicht en handhaving | Zwemlocaties (via Regionale Uitvoeringsdiensten). | |
Waterwet | Vergunningverlening, toezicht en handhaving | Voor grondwateronttrekkingen voor drinkwater, industriële onttrekkingen >150.000m3/jaar en open bodemenergiesystemen. | |
Wet milieubeheer | Provinciale Milieuverordening, Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) | ontheffingverlening | Ontheffingverlening aan gemeenten voor ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater (uitgevoerd door omgevingsdiensten) en beoordeling gemeentelijke rioleringsplannen |
Deltaprogramma zoetwater/DHZ | Onder meer bepalen van voorzieningenniveau. | ||
Verordening water | aanwijzing | Vaarwegbeheer; toekenning scheepvaartklasse aan de provinciale vaarwegen. | |
Wet ruimtelijke ordening (Wro) | Ruimtelijke plannen (inpassingsplannen) | bescherming | Bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening houden met water: hoogwaterbescherming, grondwaterbescherming, ruimte voor watersysteemherstel (zie Verordening ruimte). |
Waterschapswet | Provinciaal Reglement voor de waterschappen | toezichthouder | Instelling en reglementering van de waterschappen (samenstelling en omvang bestuur, reikwijdte taakopdracht waterschappen); institutioneel en financieel toezicht., beleidsmatig toezicht |
Ontgrondingenwet | Beleidskader | vergunningverlening | Verlenen van vergunningen, toezicht en handhaving met betrekking tot winning van zand, klei en grind en het opstellen van de kaderstellende beleidsnota en verordening. |
We onderscheiden in Noord-Brabant een aantal waterhuishoudkundige functies waarvoor specifieke doelstellingen gelden. Deze functies zijn een voortzetting van het beleid uit het Provinciaal Waterplan (PWP 2010-2015). Ze zijn zonder of met slechts beperkte aanpassingen overgenomen. De functies zijn indicatief aangegeven op Plankaarten 1 en 3. Naast de waterhuishoudkundige functies zijn in plankaart 1 de KRW oppervlaktewaterlichamen indicatief aangegeven (zie verder voor een toelichting op de KRW bijlage 3).
De waterhuishoudkundige functies zijn hieronder beschreven. De functies A tot en met D gaan over oppervlaktewateren. De vlakvormige functies (E tot en met I) hebben een relatie met het ruimtelijk beleid. Op de plankaarten hebben we voor deze gebieden steeds de buitengrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de Structuurvisie ruimtelijke ordening (Svro).
Deze functie richt zich op het behoud en het herstel van de aquatische en semi-aquatische natuur in beken, kreekrestanten, oude meanders, vennen en wielen die voor Noord-Brabant van bovenregionaal belang zijn.
In waterlopen met de functie 'verweven' worden mensgerichte en natuurgerichte doelen in harmonie ontwikkeld. Samen met de functie 'waternatuur' vormt deze functie de basis voor vismigratie tussen het hoofdsysteem (grote rivieren en Delta) en de regionale Brabantse oppervlaktewateren.
De Ecologische Verbindingszones (EVZ's) verbinden de natuurgebieden van het natuurnetwerk Brabant. Hierdoor ontstaat een natuurlijk netwerk waarbinnen planten en dieren kunnen migreren.
Op de kaart zijn de provinciale vaarwegen aangegeven. Provinciale wateren met de functie scheepvaart vormen -samen met de rijkswateren- een samenhangend systeem van grote bevaarbare waterlopen en kanalen. Deze wateren dragen bij aan de economische en recreatieve ontwikkeling van Noord-Brabant.
Op de kaart zijn de wateren met de functie zwemwater aangegeven waarvoor de provincie bevoegd is én de wateren met de functie zwemwater die in rijkswater liggen (opgenomen in het beheer- en ontwikkelplan rijkswateren). Dit om een volledig beeld te geven. In wateren met de functie zwemwater kunnen mensen veilig zwemmen.
De zwemwatersituatie voldoet tenminste aan de zwemwaterkwaliteit 'aanvaardbaar' zoals bedoeld in de Europese Zwemwaterrichtlijn en aan de voorschriften uit de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.
In Brabant kennen we de volgende driedeling in functies van waterlopen:
De onderstaande figuur maakt duidelijk dat er sprake is van een geleidelijke schaal. Elke beek heeft naast natuurwaarde ook een afvoerfunctie voor bovenstrooms gelegen landbouw- of stedelijk gebied. Daarnaast moeten beken met voornamelijk een afvoerfunctie in landelijk gebied toch ook een ecologische basiskwaliteit te bezitten.
Voor de waterlopen die als oppervlaktewaterlichamen zijn aangeduid in de Kaderrichtlijn Water, zijn de doelen nader uitgewerkt volgens de systematiek van de Goede Ecologische Toestand (GET) en het Goed Ecologisch Potentieel (GEP). Net als de bovengeschetste functietoekenning, kent ook het GEP een geleidelijke schaal. De hogere GEP-waarden vormen de doelen voor beken links in het figuur, de lagere GEP-waarden horen bij beken rechts. Om deze reden zijn in dit plan geen afzonderlijke ecologische doelen voor beken benoemd op basis van de functietoekenning, maar wordt aangesloten bij de KRW-systematiek (zie bijlage 3).
Binnen deze functie onderscheiden we drie deelfuncties: 'Natura 2000-gebieden', 'Natte natuurparels' (deels overlappend met Natura2000-gebieden) en de 'overige gebieden'. Deze drie gebieden vormen samen het natuurnetwerk Brabant. De inrichting en het beheer zijn gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van gezonde en goed functionerende ecosystemen.
De groenblauwe mantel bestaat uit gemengd landelijk gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. De mantel draagt bij aan de bescherming van de waarden in de EHS, de ecologische verbindingszones en de wateren met een functie voor waternatuur. De mantel heeft daarnaast óók een onafhankelijke betekenis voor biodiversiteit, water en landschap. Ook groene gebieden door en nabij de stedelijke omgeving zijn onderdeel van de groenblauwe mantel. De mantel biedt mogelijkheden voor recreatie en multifunctioneel landgebruik.
Hieronder vallen de aanduidingen 'gemengd landelijk gebied' en 'accentgebied agrarische ontwikkeling' uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening. Het waterbeheer richt zich op een goede waterhuishouding voor een duurzame en concurrerende landbouw. Randvoorwaarden zijn de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water en afstemming met de maatregelen voor de Natura 2000-gebieden en de Natte natuurparels. Voor het overige geldt geen specifiek beschermingsbeleid.
De ruimtelijke begrenzing van deze functie komt overeen met de aanduidingen 'stedelijk concentratiegebied/kernen in het landelijk gebied' uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening. Het waterbeheer in deze gebieden draagt bij aan een goed functionerend watersysteem.
Behalve de functies waarvoor specifieke doelstellingen gelden bevatten de Plankaarten 1, 2 en 3 nog een aantal andere aanduidingen.
Plankaart 1:
Plankaart 2:
Plankaart 3:
In deze bijlage staat de volgende informatie:
De Kaderrichtlijn Water gaat uit van planvorming per stroomgebieddistrict. De provincie Noord-Brabant ligt in drie stroomgebieden: Rijn, Schelde en Maas (zie figuur 1). Binnen deze stroomgebieden liggen waterlichamen. Dit zijn de ruimtelijke eenheden (zoals beken, meren, kanalen en grondwatersystemen) waarvoor we op basis van de Kaderrichtlijn Water doelstellingen moeten formuleren, maatregelen moeten nemen in uitvoeringsprogramma's en monitoren. De selectie van waterlichamen doen de lidstaten zélf op grond van de uitgangspunten in de Kaderrichtlijn Water. Het is de taak van de provincies om in hun provinciale waterplannen de waterlichamen aan te wijzen. In Noord-Brabant zijn er in totaal 94 oppervlaktewaterlichamen en 5 grondwaterlichamen.
Figuur 1: de KRW-stroomgebieden binnen Noord-Brabant.
De Waterwet schrijft voor dat de provincies grond- en oppervlaktewaterlichamen vastleggen en voor de oppervlaktewaterlichamen opgave doen van het type water en de status (natuurlijk, kunstmatig en sterk veranderd). Voor de sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen moeten wij de biologische en biologie ondersteunende chemische doelen vaststellen. Ook moeten provincies maatregelen opnemen voor de grondwaterlichamen; de waterschappen moeten in hun waterbeheerplannen maatregelen opnemen voor de oppervlaktewaterlichamen.
In principe moeten de KRW-doelstellingen uiterlijk in 2027 zijn behaald. Het niet bereiken van de KRW-doelen of het optreden van achteruitgang van het grond-of oppervlaktewaterlichaam als gevolg van nieuwe ontwikkelingen is toegestaan. Maar alleen voor zover dit past binnen de uitgangspunten van artikel 4.7 van de KRW. Voor deze planperiode zijn vooralsnog geen ontwikkelingen te noemen met een dermate groot effect op het doelbereik binnen een waterlichaam. Voor de volgende planperiode maken we deze afweging opnieuw.
In Brabant zijn twee waterlichamen die de status 'natuurlijk' hebben: de Tongelreep en het Merkske. De overige waterlichamen zijn aangemerkt als 'sterk veranderd' of 'kunstmatig'. Figuur 2 geeft een overzicht van alle waterlichamen. Hiermee geven we invulling aan onze wettelijke taak. Verder zijn de waterlichamen indicatief aangegeven op Plankaart 1.
De Kaderrichtlijn Water kent een hoofdindeling in vier categorieën:
In Nederland is deze hoofdindeling verder verfijnd door hierbinnen verschillende watertypen te onderscheiden. Elk waterlichaam behoort tot één watertype. Dit type geeft aan wat de algemene karakteristiek van het waterlichaam is. Bijvoorbeeld of het binnen de R-categorie valt en of het om de bovenloop (R4-type) of juist om de benedenloop (R6-type) van een beek gaat. Voor elk van de watertypen heeft het rijk aangegeven welke dieren- en plantensoorten hier onder natuurlijke omstandigheden moeten voorkomen. In tabel 1 staan alle watertypen die voorkomen in Brabant.
Tabel 1. Watertypen voor oppervlaktewaterlichamen
R4 | Permanent langzaam stromende bovenloop op zand |
R5 | Langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand |
R6 | Langzaam stromend riviertje op zand/klei |
R8 | Zoet getijdenwater (uitlopers rivier) op zand/klei |
R14 | Snelstromende middenloop/benedenloop op zand |
M1a | Zoete sloten (gebufferd) |
M3 | Gebufferde (regionale) kanalen |
M6a | Grote ondiepe kanalen zonder scheepvaart |
M6b | Grote ondiepe kanalen met scheepvaart |
M12 | Kleine, ondiepe, zwak gebufferde plassen (vennen |
M14 | Ondiepe, gebufferde plassen |
M20 | Matig grote, diepe, gebufferde meren |
M30 | Zwak brakke wateren |
Volgens de KRW worden oppervlaktewaterlichamen op een aantal kwaliteitselementen beoordeeld. De KRW onderscheidt de chemische en de ecologische toestand van een waterlichaam. De KRW streeft naar het bereiken van de Goede Ecologische Toestand voor oppervlaktewaterlichamen (GET). Voor 'sterk veranderde' of 'kunstmatige' waterlichamen geldt het Goed Ecologisch Potentieel (GEP).
Voor alle waterlichamen zijn factsheets opgesteld. Die geven aan wat de huidige kwaliteit is, welke doelstellingen volgen uit de Kaderrichtlijn Water en de onderbouwing hiervan. Ook geven zij de door de waterschappen opgestelde maatregelen weer. De factsheets staan op het KRW-portaal op www.waterkwaliteitsportaal.nl. In figuur 2 staan de Brabantse waterlichamen met bijbehorend type, status en doelstellingen. Tabel 2 geeft een overzicht van de GEP-doelstellingen van alle oppervlaktewaterlichamen in Brabant.
Figuur 2: oppervlaktewaterlichamen in Brabant.
Tabel 2. Samenvatting van de GEP voor de oppervlaktewaterlichamen
naam waterlichaam | Waterlichaamcode | Status1) | Type | Fytoplankton (EKR) | Overige waterflora (EKR) | Vis (EKR) | Macrofauna (EKR) | Totaal stikstof (mg/l)2) | Totaal fosfaat (mg/l)2) | Chloride (mg/l)2) | Temperatuur (° C)3) | Doorzicht (m)2) | pH2) | Zuurstof verzadiging (%) | |
Stroomgebied Rijn | |||||||||||||||
Alm | NL09_02_2 | SV | R5 | nvt | 0,55 | 0,33 | 0,4 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Kanalen L v Heusden en Altena | NL09_10_2 | K | M3 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Kreekrestanten Alm en Biesbosch | NL09_15_2 | SV | R8 | nvt | 0,55 | 0,3 | 0,6 | 2,5 | 0,14 | 300 | 25 | nvt | 6,0 - 8,5 | 70 - 120 | |
Stroomgebied Schelde | |||||||||||||||
Zoom en Bleekloop | NL25_23 | K | R5 | nvt | 0,45 | geen | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Markiezaatsmeer | NL25_24 | SV | M30 | 0,6 | 0,6 | 0,4 | 0,6 | 1,8 | 0,11 | 300 - 3000 | 25 | 0,9 | 6,0 - 9,0 | 60 - 120 | |
Vennen Groote Meer | NL25_28 | SV | M12 | 0,5 | 0,6 | geen | 0,6 | 2 | 0,1 | 40 | 27 | 0,9 | 4,0 - 7,5 | 60 - 120 | |
Binnenschelde | NL25_42 | SV | M30 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,8 | 0,11 | 300 - 3000 | 25 | 0,9 | 6,0 - 9,0 | 60 - 120 | |
Agger | NL25_44 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Rietkreek - Lange Water | NL25_45 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Stroomgebied Maas | |||||||||||||||
Boven Mark | NL25_13 | SV | R6 | nvt | 0,6 | 0,5 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Mark en Vliet | NL25_16 | SV | R6 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Roode Vaart | NL25_18 | K | M6b | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 3,8 | 0,25 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Beneden Donge | NL25_22 | SV | R6 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Tonnekreek complex | NL25_30 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Aa of Weerijs | NL25_34 | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Bovenloop Donge | NL25_35 | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Molenkreek complex | NL25_47 | SV | M30 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,8 | 0,11 | 300 - 3000 | 25 | 0,9 | 6,0 - 9,0 | 60 - 120 | |
Kruislandse kreken | NL25_48 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Oude Maasje | NL25_49 | SV | R8 | nvt | 0,55 | 0,31 | 0,5 | 2,5 | 0,14 | 300 | 25 | nvt | 6,0 - 8,5 | 70 - 120 | |
Bavelse Leij | NL25_50 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Chaamse beken | NL25_51 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Strijbeekse beek | NL25_52 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Galdersche beek | NL25_54 | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Bijloop - Turfvaart | NL25_57 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Molenbeek | NL25_59 | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Ligne | NL25_61 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Merkske | NL25_62 | N | R4 | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Gat van den Ham | NL25_63 | SV | M14 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,55 | 1,3 | 0,09 | 200 | 25 | 0,9 | 5,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Groote Beerze | NL27_B_1_2 | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Kleine Beerze | NL27_B_2_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Rosep | NL27_B_3_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Beekse waterloop | NL27_BE_1_2 | K | M1a | nvt | 0,4 | 0,6 | 0,55 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Groote waterloop | NL27_BE_3_2 | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Boven Dommel | NL27_BO_1_2 | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Run | NL27_BO_2_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Keersop/ Beekloop | NL27_BO_3_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Groote Aa/ Buulder Aa | NL27_KD_1_2 | SV | R5 | nvt | 0,55 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Witte loop/ Peelrijt | NL27_KD_3_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Nieuwe Leij-Pop.L-Rov.L-Voortsestroom | NL27_L_1_2 | SV | R5 | nvt | 0,55 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Essche Stroom | NL27_L_2_2 | SV | R6 | nvt | 0,55 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Reusel/Raamsloop/Achterste Stroom | NL27_R_1_2 | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Spruitenstroompje/ Roodloop | NL27_R_2_2 | SV | R4 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Beekse Bergen | NL27_R_3_2 | K | M20 | 0,6 | 0,55 | 0,6 | 0,6 | 0,9 | 0,03 | 200 | 25 | 1,7 | 6,5 - 8,5 | 60 - 120 | |
Gender | NL27_SD_1_2 | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,35 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Ekkersrijt | NL27_SD_2_2 | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,35 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Hooidonkse beek | NL27_SD_3_2 | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Afwateringskanaal Dommel | NL27_SD_5_2 | K | M3 | 0,6 | 0,4 | 0,45 | 0,45 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Beatrixkanaal | NL27_SD_6_2 | K | M6b | 0,6 | 0,35 | 0,4 | 0,35 | 3,8 | 0,25 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Tongelreep | NL27_T_1_2 | N | R5 | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Zandleij | NL27_Z_1_2 | K | M1a | nvt | 0,4 | 0,6 | 0,55 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Broekleij | NL27_Z_2_2 | K | M1a | nvt | 0,4 | 0,6 | 0,55 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Wambergsche Beek | NL38_1B | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Dungense Loop | NL38_1C | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Aa van Gemert tot Den Bosch | NL38_1D | SV | R6 | nvt | 0,6 | 0,5 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Goorloop, Boerdonkse Aa en Aa van Helmond | NL38_1H | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Biezenloop | NL38_1I | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,58 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Kleine Wetering | NL38_2C | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Landmeersche Loop | NL38_2E | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Leijgraaf | NL38_2G | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Groote Wetering | NL38_2H | K | M3 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Beekgraaf | NL38_2I | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Peelse Loop | NL38_2J_2 | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Esperloop en Snelle Loop | NL38_2K | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Aa vanaf Eeuwselse Loop tot Helmond | NL38_3G | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,22 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Beekerloop | NL38_3O | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Kleine Aa | NL38_3P | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Voordeldonkse Broekloop | NL38_3Q | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Aa bij Helmond | NL38_3R | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Goorloop tot aan Wilhelminakanaal | NL38_3S | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Bakelse Aa, Oude Aa en Kaweise Loop | NL38_4E | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Astense Aa en Soeloop | NL38_4K | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Zuid-Willemsvaart Traverse Helmond | NL38_5A | K | M6b | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 3,8 | 0,25 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Zuid-Willemsvaart in Den Bosch | NL38_5D | K | M6b | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 3,8 | 0,25 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Nieuwe Loonse Vaart | NL38_6F | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Koningsvliet en Koppelsloot | NL38_6G | K | M3 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Drongelens Kanaal | NL38_6H | K | M6a | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Dieze | NL38_6J | SV | R6 | nvt | 0,45 | 0,48 | 0,45 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Luisbroeksche Wetering en Hedikhuizensche Maas | NL38_6K | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Stads-Aa | NL38_6O_2 | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,5 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Bossche Sloot en Vlijmensch Vensche Hoofdloop | NL38_6P | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Hertogswetering, Hoefgraaf e.a. | NL38_7D | K | M3 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Lorregraaf en andere M1 waterlopen | NL38_7F | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Munsche Wetering | NL38_7G | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Halsche Beek en Hooge Raam | NL38_8F | SV | R14 | nvt | 0,6 | 0,5 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 80 - 120 | |
Lage Raam gegraven | NL38_8G | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Graafse Raam, Lage Raam, Peelkanaal ea | NL38_8I | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Tochtsloot | NL38_8J | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Peelkanaal/Defensiekanaal ea | NL38_8K | K | M3 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Sambeeksche Uitwatering | NL38_8O | K | M1a | nvt | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 2,4 | 0,22 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 35 - 120 | |
Oploosche Molenbeek, Oeffeltsche Raam ea | NL38_8P | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
St Jansbeek | NL38_8Q | SV | R5 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Ledeackerse Beek en St Anthonisloop | NL38_8S | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Tovensche Beek | NL38_8T | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Lactariabeek | NL38_8V | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Eindhovens kanaal | NL99_5C_SD_4_2 | K | M6a | 0,6 | 0,4 | 0,45 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Midden - en Beneden Dommel | NL99_6_BO_BE_2 | SV | R6 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Aa, Eeuwelscheloop en Kievitsloop | NL99_BRA_02_3E | SV | R4 | nvt | 0,45 | 0,33 | 0,55 | 2,3 | 0,11 | 40 | 18 | nvt | 4,5 - 8,0 | 50 - 100 | |
Loobeek en Molenbeek | NL99_LOM | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 | |
Peelkanaal | NL99_PEK | K | M3 | 0,6 | 0,35 | 0,6 | 0,6 | 2,8 | 0,15 | 300 | 25 | 0,65 | 5,5 - 8,5 | 40 - 120 | |
Kleine Dommel / Sterkselse Aa | NL99_BRA_01_KD_2_2 | SV | R5 | nvt | 0,6 | 0,45 | 0,6 | 2,3 | 0,11 | 150 | 25 | nvt | 5,5 - 8,5 | 70 - 120 |
1) N = natuurlijk, SV = sterk veranderd, K = kunstmatig
2) zomergemiddelde
3) maximum waarde
Binnen de provincie Noord-Brabant onderscheiden we vijf grondwaterlichamen (zie figuur 3):
Wij volgen voor de doelstellingen voor de grondwaterlichamen de nationale wetgeving (BKMW 2015)
Figuur 3. De grondwaterlichamen in de Noord-Brabantse delen van de stroomgebieden van de Maas, de Schelde en de Rijn .
Voor elk van de onderscheiden grondwaterlichamen is een zelfstandig leesbare factsheet opgesteld. Daarin staan onder meer de huidige kwaliteit en de maatregelen die wij nemen. De factsheets staan op het Waterkwaliteitsportaal op www.waterkwaliteitsportaal.nl.
We hebben samen met de waterschappen in 2014 doelen uitgewerkt voor de wateren in Brabant die niet zijn aangewezen als Kaderrichtlijn Water (KRW) waterlichaam. Dit zijn de zogenaamde overige wateren. Die maken circa 90% uit van het totaal aan wateren in Brabant.
De doelen voor overige wateren in Noord-Brabant zijn opgesteld op een KRW-vergelijkbare manier. De uitwerking van de doelen voor overige wateren is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: geen ambitieverandering en geen extra rapportage- en monitoringverplichtingen. Van belang hierbij is dat we de doelen (zowel fysische chemie als biologie) voor overige wateren als een inspanningsverplichting moeten zien. Waarbij in elk geval geen achteruitgang mag optreden. Voor KRW-waterlichamen geldt een resultaatsverplichting.
Voor stedelijk water zijn vooralsnog geen doelen opgesteld omdat de ambitie nog niet altijd vast ligt. De methodiek van het project is geschikt om na vaststelling van de ambitie de biologische doelen uit te werken.
Met de doelen voor overige wateren is er een eenduidig toetsingskader. Dat kunnen de waterschappen gebruiken om vast te stellen wat de effecten zijn van het verlenen van een vergunning of van bijvoorbeeld een riooloverstort. De doelen zijn samengevat in tabel 3.
Brabant kent een grote diversiteit aan overige wateren. De volgende clusters daarvan zijn te onderscheiden: diepe plassen, ondiepe plassen, sloten en kanalen, stromende wateren, vennen en brakke wateren. Binnen de zes soorten wateren zijn de biologische doelen uitgewerkt voor alle relevante biologische aspecten. Daarbij geldt:
De kwaliteitseisen voor algemeen fysisch-chemische parameters zijn gelijk aan de gelijke typen KRW-waterlichamen.
Voor de kwaliteitseisen voor prioritaire en specifieke verontreinigende stoffen gelden de eisen zoals opgenomen in het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (BKMW 2015) en de onderliggende ministeriële regeling monitoring Kaderrichtlijn Water.
Tabel 3. Doelen voor overige wateren
cluster | type | functie PWP | fytoplankton | overige waterflora | ||||
chlorofyl-a | bloeien | groeivormen | soortensamenstelling | fytobenthos | ||||
diepe plassen | M16, M17, M18 | - | 0.50 (alleen M16) | 0,20 | - | 0,20 | ||
ondiepe plassen | M11, M14, M25 | A | Waternatuur/Water voor de EHS | 0,40 | 0,40 | 0,30 | 0,25 | - |
B | Overig | 0,40 | 0,40 | 0,20 | 0,20 | - | ||
sloten en kanalen | M01A, M01B, M02, M03, M08, M09, M10 | A | Waternatuur of verweven | - | 0,30 | 0,35 | - | |
B | Overig | - | 0,20 | 0,20 | - | |||
stromend | R03, R04 | A | Waternatuur of Water voor de EHS | - | 0,60 | |||
B | Overig | - | 0,40 | |||||
vennen | M12, M13, M26 | A | Waternatuur | - | 0,40 | 0,50 | 0,60 | |
B | Overig | - | 0,30 | 0,25 | 0,60 | |||
brakke wateren | M30 | - | 0,20 | 0,20 | - |
biologisch hoofddoel (voorkeurs kwaliteitselement) | |
overige biologische kwaliteitselemente |
Landelijk zijn er afspraken gemaakt over normen voor regionale wateroverlast. Voor natuur (de EHS inclusief de ecologische verbindingszones), voor beekdalen en voor waterbergingsgebieden zijn geen normen vastgesteld. In Noord-Brabant gelden aanvullend hierop een aantal uitzonderingen op de normen. De normen en uitzonderingen zijn vastgelegd in de Verordening water:
3 P's | people, planet, profit |
BKMW | Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water |
BZV | Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij |
CUMELA | Brancheorganisatie voor ondernemers in groen, grond en infra |
DHZ | Deltaplan Hoge Zandgronden |
ECN | Energieonderzoek Centrum Nederland |
EHS | Ecologische Hoofd Structuur |
EVZ's | Ecologische Verbindingszones |
GEP | Goed Ecologisch Potentieel |
GET | Goede Ecologische Toestand |
GGB | gebiedsgericht grondwaterbeheer |
GGOR | Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime |
GS | Gedeputeerden Staten |
I&M | ministerie van Infrastructuur & Milieu |
IBT | interbestuurlijk toezicht |
INTERREG | Europees Fonds |
IPO | Inter Provinciaal Overleg |
KRW | Kaderrichtlijn Water |
MER | Milieueffectrapportage |
MIRT | Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport |
NoM | Nul-op-de-Meter renovatie |
NSL | Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit |
OP-Zuid | Europees Fonds |
PAS | Programmatische Aanpak Stikstof |
PMV | Provinciale Milieuverordening |
PMWP | Provinciaal Milieu en Waterplan |
POP3 | Plattelands Ontwikkelings Programma 3 |
PWP | Provinciaal Waterplan |
RBML | Regeling Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens |
STRONG | Structuurvisie Ondergrond |
Svro | Structuurvisie ruimtelijke ordening |
TNO | toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek |
VTH | vergunningsverlening, toezicht en handhaving |
WABO | Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht |
Wbb | Wet bodembescherming |
Wgv | Wet geurhinder en veehouderij |
WHVBZ | Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden |
Wro | Wet ruimtelijke ordening |
ZLTO | Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie |