Buitengebied Dodewaard en Echteld

Status: Geconsolideerde versie
Identificatie: NL.IMRO.1740.bpDOECbuitengebied-onh1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 14 Bedrijf - Nutsvoorziening

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. nutsvoorzieningen zoals pompgemalen en verdeel-, regel- of transformator-ruimten en gasontvangststations;

  2. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – 150 kV elektro-schakelstation” een 150 kV elektroschakelstation;

  3. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – 380 kV elektro-schakelstation” een 380 kV elektroschakelstation;

  4. bijbehorende voorzieningen en opslag;

  5. zend- en ontvangstinstallaties ten behoeve van radio- en telefoonverkeer;

  6. ter plaatse van de aanduiding “groen” uitsluitend voor beplanting, afrasteringen en doorgangen ten behoeve van ontsluitingswegen;

  7. landschappelijke beplanting.

 

 

14.2 Bouwregels

 

14.2.1 Algemeen

Op de gronden met de bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouwwerken ten behoeve van de bestemming;

  2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.

 

14.2.2 Bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouwwerken

Bij de bouw van de in lid 14.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouw-werken, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 110% van het bestaande bebouwd oppervlak;

  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;

  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;

  4. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m;

met dien verstande dat, indien de bestaande bouwhoogte of goothoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.

 

14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij de bouw van de in lid 14.2.1 sub b bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een hoogspanningsleiding mag ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – 150 kV elektroschakelstation” niet meer bedragen dan 40 m;

  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een hoogspanningsleiding mag ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – 380 kV elektroschakelstation” niet meer bedragen dan 50 m;

  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 9 m;

  4. de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend- en ontvangstinstallaties ten behoeve van radio- en telefoonverkeer mogen slechts worden gebouwd indien en voorzover zij deel uitmaken van een bouwwerk ten behoeve van een hoogspanningsleiding.